Oude Pekela's Erfenis: Onderzoek onthult schokkende geschiedenis van Joods onroerend goed

Een recent onderzoek naar de rol van de gemeenten Eemsdelta, Pekela en Westerwolde in de onteigening van Joods onroerend goed tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werpt een ontluisterend licht op de geschiedenis van de Joodse familie Stoppelman uit Oude Pekela. Hoewel de familie in 1942 werd vermoord, duurde het decennia voordat de erfenis werd afgehandeld. Het huis aan de Binnenweg 6, waar de familie woonde, bleef jarenlang in handen van de gemeente en werd pas in 1974 verkocht. De opbrengst verdween in de gemeentekas, ondanks pogingen om het aan nabestaanden terug te geven.

Achtergrond van het Onderzoek

De onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen onthulden details over Joodse families en hun eigendommen, met de focus op de Stoppelman's. Het rapport belicht de omvang van onrechtmatige onteigeningen en financiële belangen die na de oorlog speelden bij de verkoop van Joods bezit.

Verontwaardiging en Reacties

Burgemeester Jaap Kuin van Pekela reageerde geschokt op de onthullingen: 'Het is beschamend wat voorgangers van ons gedaan hebben.' Kuin drukt spijt uit over het gebrek aan rechtsherstel voor de familie Stoppelman en belooft verbeteringen op de Joodse begraafplaats.

Conclusie en Geen Rechtsherstel

Het onderzoek concludeert dat de gemeente Oude Pekela nooit heeft gezocht naar erfgenamen van de Stoppelman's. Daardoor bleef het huis onverkocht en werd pas na decennia verhandeld, wat leidde tot financiële winst voor de gemeente.

De verborgen geschiedenis van Joods onroerend goed in Oude Pekela werpt een schaduw op het verleden en roept op tot meer aandacht voor rechtsherstel en herdenking van de slachtoffers van de Holocaust.