Tijdens een bijzondere ceremonie in het historische dorp Oude Pekela is de herontdekking van vergeten verhalen uit de Tweede Wereldoorlog gevierd. Het lokale initiatief om het Joodse erfgoed te restaureren, een eerbetoon aan de Joodse gemeenschap die geleden heeft tijdens de oorlog, vond plaats in aanwezigheid van burgemeester Jaap Kuin en vertegenwoordigers van historische verenigingen.
Een recent onderzoek onthulde schokkende gebeurtenissen in de voormalige gemeente Oude Pekela tijdens de oorlogsjaren. Twee Joodse families, waaronder het echtpaar Hartog Stoppelman en Sophia Gudeman, werden beroofd van hun onroerend goed, wat decennia later pas aan het licht kwam. De diefstal van hun bezittingen en onteigende woning zorgde voor diepe wonden die nu pas beginnen te helen.
In een oprechte daad van berouw heeft de gemeente Pekela zich ten doel gesteld om het verleden recht te zetten. Het restaureren van de Joodse begraafplaats in Oude Pekela en het opnemen ervan in de gemeentelijke monumentenvisie getuigen van een hernieuwd respect voor de Joodse geschiedenis en tradities.
Burgemeester Jaap Kuin sprak openlijk over de beschamende behandeling van de Joodse inwoners en erkende de noodzaak om het erfgoed te eren. De renovatie van de begraafplaats en het voornemen om het Joodse erfgoed te behouden als integraal onderdeel van de lokale geschiedenis getuigen van een diepgaande betrokkenheid en toewijding aan de herinnering van de slachtoffers.
De herontdekking en restauratie van het Joodse erfgoed in Oost-Groningen dienen als een kans voor verzoening en het creëren van een inclusieve toekomst. Door het omarmen van het verleden en het eren van de slachtoffers, wordt een krachtig signaal van hoop en respect uitgezonden naar de gemeenschap en de wereld.